200 miljoen dollar aan Surinaamse kasreserve verdwenen
Rudie Kagie en Steven Coutinho
Steven Coutinho, directeur van de Surinaamse Bank, haalde begin dit jaar wereldwijd het nieuws met zijn vaststelling dat 200 miljoen Amerikaanse dollar is verdwenen uit de kasreserve van de Centrale Bank in zijn land. De New York Times noemde hem onlangs een ‘philosopher-banker who’s shaking up a nation’. ‘Er is geld gejat van de bevolking’, riep Coutinho uit op de Surinaamse radio. ‘Deze rotzooi moet een keer stoppen.’
Even leek zijn directe aanval op het regeringsbeleid zijn positie aan het wankelen te brengen, maar na demonstraties waarin het bankpersoneel en de Raad van Commissarissen zich achter hem schaarden (‘Steven moet blijven!’), groeide hij uit tot nationaal symbool van de oppositie tegen het Bouterse-regime dat het land tot de rand van de afgrond bracht. Dat de NDP, de partij van Bouterse, tijdens de verkiezingen van 26 mei 2020 het onderspit dolf, wordt alom beschouwd als een gevolg van het financiële schandaal dat Coutinho aan de orde stelde.
De poging van de president om de Surinaamse munt en nationale voedselvoorziening met het oog op de verkiezingen door het aanspreken van de kasreserve veilig te stellen, pakte averechts uit en droegen bij aan diens ondergang.