Albert Ramdin – Ingezonden
Dankzij het verzette werk van deze regering, gepaard met lange dagen en nachten, vele offers en stevige onderhandelingen, hebben we opnieuw een doelpunt behaald. De regering van Suriname heeft de houders van de twee uitstaande Eurobonds, meer bekend als de Oppenheimer bonds, uitgenodigd om deze in te ruilen voor een nieuwe obligatie van de Republiek Suriname en een Value Recovery Instrument, dat afhankelijk is van toekomstige royalty’s van de olie-inkomsten uit Blok 58. De twee uitstaande obligaties hebben een waarde van US$ 912 miljoen en dragen hoge rentetarieven van respectievelijk 9,25% en 12,875%. Deze twee obligaties zullen worden ingewisseld voor één nieuw vastrentend instrument met een nominale waarde van USD 660 miljoen, een looptijd van tien jaar en een coupon van 7,95%. De nieuwe obligatie omvat een haircut van 29% op de oorspronkelijke nominale waarde en de opgebouwde achterstallige rente. Dat betekent dat ons land door de onderhandelingen minder gaat moeten terugbetalen dan het oorspronkelijk geleende bedrag. Dit groot succes zal ervoor zorgen dat de ‘default’ status met obligatiehouders wordt opgeheven. Dat zal bijdragen tot verbetering van de kredietwaardigheid van ons land. De regering erfde in 2020 een onhoudbare staatsschuld van 148% van het bbp, ten opzichte van 41% in 2015. Dankzij moeilijke fiscale inspanningen en schuldvermindering is het streven om aan het eind van dit jaar naar rond de 100% van het bbp te dalen. Ik feliciteer alle Surinamers met dit goed nieuws! Samen hebben wij bewezen in staat te zijn enorme uitdagingen te overbruggen. Samen, schouder aan schouder, gaan wij door op het pad van duurzaam herstel en ontwikkeling.