Ingezonden
In de afgelopen dagen hebben diverse Surinamers en Surinaamse Nederlanders hun mening gegeven over de onafhankelijkheid van Suriname.
Hierbij mijn opinie over de gewenste samenwerking tussen Suriname en Nederland.
Koninkrijk der Nederlanden
Van 1954 tot 25 november 1975 was Suriname samen met Nederland en de Nederlandse Antillen opgenomen in het Koninkrijk der Nederlanden. Nederland voerde de regie en bepaalde het beleid in Suriname. Het leven in Suriname was in die periode wel aangenaam voor de meeste inwoners van Suriname. Iedereen had de Nederlandse nationaliteit. De mensen konden ongestoord naar Nederland reizen en indien gewenst blijven wonen. Omgekeerd konden de Nederlanders ook in Suriname wonen. Tijdens de verkiezingen in 1973 heeft de NPS onder leiding van Henck Arron geen woord gerept over het streven naar de onafhankelijkheid van Suriname. Op 24 december 1973 werd Henck Arron Minister- president van Suriname. In februari 1974 verklaarde Arron onder druk van Eddy Bruma ( PNR), dat Suriname voor eind 1975 onafhankelijk zal worden. Deze verklaring sloeg in als een bom in de Surinaamse samenleving en ook binnen de NPS. Nederland echter was al lang blij met de verklaring van Arron, daar de Nederlandse regering onder leiding van Joop den Uyl al had aangegeven, dat het beleid van Nederland is om Suriname en de Nederlandse Antillen onafhankelijk te laten worden.
In aanloop naar 25 november 1975
Surinaamse fractieleiders zijn fantastische sprekers. Zij kunnen hetzij in de officiële taal van Suriname – Nederlands – hetzij in een tweede taal – o.a. Sranan Tongo, Sarnami, Javaans, Chinees, Engels – goed spreken. Mooie plannen worden aan het volk voorgeschoteld. Het uitvoeren van de meeste plannen lukt helaas niet. Suriname heeft te weinig goed opgeleide ambtenaren. Dit is echt een groot probleem. Al 46 jaren ziet men de bottleneck binnen de overheid, maar geen enkele regering pakt het probleem aan.
Henck Arron was ook een goede spreker. Hij was 37 jaar oud toen hij premier werd van Suriname. Henck Arron had mijns inziens niet de capaciteiten om Suriname te besturen. Binnen zijn team en bij de overheid waren de mensen niet opgewassen tegen de mooie praatjes van Henck Arron. De leiderschapsstijl van de politieke leiders van de afgelopen 46 jaren is niet goed geweest voor Suriname.
Henck Arron heeft een grote fout gemaakt om niet te willen luisteren naar Lachmon, de VHP-leider. De heer Lachmon was niet tegen de onafhankelijkheid van Suriname. Lachmon heeft vanaf het begin aangegeven, dat de zaken goed voorbereid moest worden en dat Suriname op een professionele wijze met Nederland moest onderhandelen.
Haastige spoed is zelden goed
Bij de onderhandeling met Nederland heeft Premier Den Uyl Suriname in feite in de val gelokt met een gering afkoopsom van 3,5 miljard gulden. Henck Arron en Den Uyl hebben bij de onderhandelingen geen moment gedacht aan de belangen van de inwoners van Suriname, die tot de dag van de onafhankelijkheid de Nederlandse nationaliteit hadden. De inwoners van Suriname zijn in de steek gelaten. Den Uyl, de regisseur van het Koninkrijk de Nederlanden, had moeten opkomen voor de belangen van de bevolking van Suriname ( de Surinaamse Nederlanders). Den Uyl had ervoor moeten zorgen, dat er minimaal 1 miljard gulden gestort had moeten worden in een op te richten fonds voor de ouderen van Suriname. Dit onafhankelijke fonds zou dan een begin vermogen hebben en de jaarlijkse bijstortingen zouden dan moeten plaatsvinden. Het beheer en de controle moesten uiteraard goed geregeld worden. Dat is dus niet gebeurd en de ouderen van Suriname zijn de dupe geworden. Helaas kan de klok niet terug gedraaid worden, maar de bevolking van Suriname kan wel van de gemaakte fouten leren en hun politieke leiders confronteren met de mooie beloften, die zij tijdens de verkiezingscampagnes lanceren. De politieke leiders moeten de lessons learned ter harte nemen.
Suriname en Nederland
Na 46 jaar onafhankelijkheid kunnen wij niet met de vinger naar Nederland blijven wijzen. De regeringen van Suriname hadden vanaf 1975 het land goed moeten besturen. Dat is niet gebeurd en vandaag de dag weet de Surinaamse bevolking, dat de schuldigen onze eigen Surinamers zijn geweest, die de vernietiging van Suriname op hun geweten hebben. De politici en hun familie en vrienden hebben de afgelopen 46 jaren van de rijkdommen van Suriname geprofiteerd. Het volk van Suriname heeft de afgelopen 46 jaren genoegen moeten nemen met een bescheiden inkomen. De bevolking wil graag dat er hierin verandering komt.
De gewenste samenwerking tussen Suriname en Nederland.
In Nederland wonen nu ca 150.000 Surinaamse Nederlanders, die in Suriname zijn geboren. De kinderen, kleinkinderen en achterkleinkinderen van deze Surinaamse Nederlanders zijn in Nederland geboren en zijn dus echte Nederlanders. Zij hebben de Nederlandse nationaliteit en zullen deze nationaliteit niet opgeven. Het is niet juist om aan te geven, dat er ca 380.000 Surinaamse Nederlanders in Nederland wonen.
Er zijn genoeg Surinaamse Nederlanders, die over veel kennis en ervaring beschikken en die graag een bijdrage willen leveren om Suriname te helpen.
De Nederlandse regering is bereid Suriname te helpen. De Surinamers en Surinaamse Nederlanders moeten niet meteen gaan roepen, dat Nederland een vinger in de pap wil. Dat is absoluut niet zo. Nederland wil juist dat het goed gaat met Suriname. De huidige generatie in Nederland denkt niet in termen van overheersing, maar in termen van samenwerken. Een voorbeeld: de Nederlandse boer heeft een zak met geld en wil in Suriname gaan ondernemen. Deze Nederlandse boer komt in contact met een Surinaamse boer, die genoeg grond heeft, maar geen geld om te ondernemen. Op basis van een goede constructie en de verdeling van de winst op basis van 50/50 kunnen deze twee personen een mooie onderneming in Suriname starten.
Een soortgelijke samenwerking kan dus in alle sectoren in Suriname plaatsvinden en moet mijns inziens volop gepromoot worden. De regering van Suriname moet ervoor zorgen, dat er incentives komen voor de investeerders. De ( Surinaamse) Nederlanders zijn bereid Suriname op een goede wijze te helpen om uit de ellende te komen. Bij de bestrijding van Covid 19 heeft de Nederlandse overheid en de (Surinaamse) Nederlanders hun bijdrage gegeven. Het is nu belangrijk om de projecten in Suriname ( vooral in de landbouwsector en eco toerisme) van de grond te krijgen.
Beste Surinaamse overheid, u bent nu aan zet. Vertelt u de Surinaamse bevolking, dat de Nederlandse hulp geen bedreiging is voor Suriname en voor de werkgelegenheid van de Surinamers. De samenwerking zal op een goede wijze plaatsvinden. Het “Uitbannen van alle vormen van (extreme) armoede” is een belangrijke doelstelling van de VN ( zie de Sustainable Development Goals ). De ( Surinaamse ) Nederlanders willen hun bijdrage leveren om ervoor te zorgen, dat de armoede in Suriname fors wordt terug gebracht.
Dennis Lapar
Directeur van Stichting Finance Suriname