Hallo? Met wie spreek ik?
Ja, met Uw chatbot
eyesonproject/Roland van der Vorst
Amsterdam 1 juni 2024– Het gaat niet lang meer duren en we weten echt niet meer of we met een mens of een computer praten. De machine kijkt en luistert ons af, en voorspelt wat we willen horen. Intussen denken wij met een nieuwe vriend, een betrouwbare verkoper of welwillende servicemedewerker te maken te hebben. Daarmee is sciencefiction werkelijkheid geworden. Natuurlijk, boven alle twijfel verheven hebben mensen inderdaad een band met hun chatbot. ( Levy, Sex and Robots ) Misschien zelfs romantische gevoelens zullen koesteren.
Dat kan en is een realiteit. Maar niet alle chatbots hebben altijd het beste met je voor. Niet dat ze je allemaal meteen willen oplichten of iets van je willen, maar er zijn ook verkopers bij die je iets willen aansmeren. De eerste artificiële influencers bevinden zich al op de markt.Hoe weet je dat je je chatbot kunt vertrouwen? Als we een mens tegenover ons
hebben worden we in elk geval nog geholpen door enige mensenkennis. We zijn evolutionair voorbereid op het herkennen van intenties, en het interpreteren van gelaatsuitdrukkingen, de toonhoogte van een stem of zelfs de geur die iemand verspreid.
Ook die factoren kunnen misleidend zijn, maar we hebben dan in elk geval een referentiepunt om te beoordelen of we met iemand in zee willen gaan of niet: onze intuïtie, gebaseerd op eigen ervaringen met soortgenoten en de ervaringen van voorouders die liggen opgesloten in ons genetisch materiaal. We navigeren deels op onze onderbuik, die afgaat op de ervaring met de onderbuik van anderen.Maar de computer heeft geen onderbuik. Er valt dus ook niets ‘eigens’ te herkennen als we in contact treden met bijvoorbeeld een commerciële chatbot. Hij reproduceert behendig signalen, waarop wij reageren. Hij laat zich niet vangen.
Als een tafeltennisspeler die mechanisch de bal retourneert. Hij wordt daarin steeds geavanceerder, doordat hij straks alles over ons weet en wordt gevoed door de leerervaringen met communicatiepatronen van collega-chatbots. Hij wordt niet geleid door emoties of intenties die een onbewuste aanwijzing kunnen zijn voor zijn werkelijke bedoelingen. Hij weerkaatst onze reacties op een effectieve manier. We hebben niets aan onze evolutionair opgebouwde mensenkennis om te beoordelen of we er goed aan doen op zijn avances in te gaan.We zullen een nieuw soort computerkennis moeten opdoen. Nu praten we vooral over ons vermogen een bot de juiste vragen te stellen (prompting), zodat we er het meeste uit kunnen halen. Maar we zullen ook moeten leren om onze chatbots te doorgronden. Dat betekent: het aanscherpen van een nieuw soort intuïtie. Zodat hij niet alles uit ons kan halen.
eyesonproject